Checklist in hoeverre de faal-factoren voorkomen in jouw organisatie

Plaats van de tekst

Deze tekst komt na het hoofdstuk waarin de faalfactoren worden behandeld.
Het is een test om te inventariseren in hoeverre de faalfactoren ook in zijn of haar organisatie voorkomen.

Gevraagd commentaar

  • Kun je je vinden in de test?
  • Is de checklist duidelijk en is deze te doen?
  • Wat is bij jou de uitkomst?
  • Andere suggesties?

Commentaar kun je als reactie toevoegen. (Om SPAM te voorkomen, moet ik telkens aangeven of deze geplaatst kan worden.) Ik zal dan indien nodig reageren op het commentaar. Ook kun je me aan mail sturen: wim@kweekel.nl


Checklist van de faalfactoren bij mijn organisatie

Checklist faalfactoren

Hoe staat het met mijn organisatie? Door deze checklist te gebruiken, kun je jouw eigen  organisatie evalueren en eventuele tekortkomingen identificeren die moeten worden aangepakt. Je kunt elke vraag met een ja of nee beantwoorden of er een cijfer aan geven.

1. Missie en visie:

  • Is er een duidelijke missie en visie geformuleerd voor de organisatie?
  • Is de missie en visie gecommuniceerd naar alle medewerkers?
  • Is de missie en visie richtinggevend voor de strategische besluitvorming en acties binnen de organisatie?

2. Producten en diensten:

  • Zijn de producten en diensten van de organisatie helder gedefinieerd en begrepen?
  • Is er een duidelijk beeld van wat de organisatie aanbiedt aan haar klanten?
  • Zijn de kenmerken, voordelen en waardepropositie van de producten en diensten duidelijk geformuleerd en gecommuniceerd?

3. Productmarkt combinaties (PMC’s):

  • Zijn de productmarkt combinaties van de organisatie geïdentificeerd en geformuleerd?
  • Is er een helder begrip van de specifieke doelmarkten en klantsegmenten?
  • Zijn er strategieën ontwikkeld om de producten en diensten effectief in de markt te positioneren?

4. Productontwikkeling:

  • Wordt er voldoende aandacht besteed aan het ontwikkelen en innoveren van nieuwe producten en diensten?
  • Zijn er gestructureerde processen en middelen beschikbaar voor productontwikkeling?
  • Worden klantbehoeften en markttrends actief gevolgd bij het ontwikkelen van nieuwe producten en diensten?

5. Einddoelstellingen:

  • Zijn er duidelijke en meetbare doelstellingen geformuleerd voor de organisatie?
  • Zijn de doelstellingen gericht op het behalen van specifieke resultaten en prestaties?
  • Zijn de doelstellingen bekend en begrepen door alle medewerkers?

6. Processen:

  • Zijn de processen binnen de organisatie goed gedefinieerd, gedocumenteerd en begrepen?
  • Zijn de verantwoordelijkheden en communicatielijnen duidelijk gedefinieerd?
  • Worden er effectieve monitoring- en rapportagesystemen gebruikt om de voortgang van het werk te meten en te controleren?

7. Rollen, taken en verantwoordelijkheden:

  • Zijn alle rollen, taken en verantwoordelijkheden binnen de organisatie duidelijk gedefinieerd?
  • Is er geen overlapping of verwarring over wie waarvoor verantwoordelijk is?
  • Zijn de doelstellingen van elke functionaris duidelijk gekoppeld aan hun specifieke taken en verantwoordelijkheden?

8. Doorvertaalde doelstellingen:

  • Zijn persoonlijke doelstellingen afgeleid van de bredere organisatiedoelstellingen?
  • Zijn de persoonlijke doelstellingen specifiek, meetbaar en relevant?
  • Is er betrokkenheid van medewerkers bij het opstellen van hun eigen doelstellingen?

9. Structuren en systemen:

  • Is de organisatiestructuur in lijn met de strategische doelstellingen en processen?
  • Zijn er effectieve systemen en technologieën geïmplementeerd om de werkprocessen te ondersteunen?
  • Worden de structuren en systemen regelmatig geëvalueerd en aangepast aan veranderende behoeften?

10. Management informatiesystemen:

  • Zijn er geschikte systemen voor het verzamelen en analyseren van managementinformatie?
  • Worden de juiste gegevens verzameld om beslissingen te onderbouwen?
  • Zijn de managementinformatiesystemen effectief in het verstrekken van relevante en tijdige informatie aan de juiste belanghebbenden?

11. Mensafhankelijkheid:

  • Is de organisatie te afhankelijk van individuele specialisten of managers?
  • Wordt er gestimuleerd om kennis en expertise te delen binnen de organisatie?
  • Wordt er gewerkt aan het creëren van een cultuur van samenwerking en gedeelde verantwoordelijkheid?

12. Manier van leidinggeven:

  • Is er een effectieve leiderschapsstijl die aansluit bij de behoeften van de organisatie?
  • Wordt er gestimuleerd tot betrokkenheid, motivatie en ontwikkeling van medewerkers?
  • Worden de juiste beslissingen genomen en effectief gecommuniceerd door het management?

13. Volgen medewerkers:

  • Wordt de voortgang van medewerkers gevolgd en beoordeeld op basis van de gestelde doelen?
  • Worden er regelmatig feedback- en evaluatiegesprekken gevoerd om de prestaties te bespreken?
  • Worden er passende acties ondernomen om medewerkers te ondersteunen en te sturen?

14. Feedback geven:

  • Wordt er regelmatig en constructief feedback gegeven aan medewerkers?
  • Wordt feedback gebruikt om prestaties te verbeteren en ontwikkeling te stimuleren?
  • Is er aandacht voor zowel positieve als negatieve feedback en worden verbeterpunten besproken?

15. Als manager zelf dingen doen:

  • Wordt er voldoende gedelegeerd en vertrouwen gegeven aan medewerkers?
  • Worden taken en verantwoordelijkheden op het juiste niveau gedistribueerd?
  • Worden managers gestimuleerd om zich te concentreren op strategische activiteiten en medewerkers te ondersteunen in hun werk?

Als je de antwoorden bekijkt wat zouden dan (in jouw eigen woorden) de twee belangrijkste punten zijn die in jouw organisatie moeten worden aangepakt?

1.

2. 

Wat zouden de belemmeringen zijn om dit adequaat aan te pakken en op te lossen?

1.

2.

Wat zou het gevolg zijn als dit op een goede manier is opgelost (in termen van klanttevredenheid, medewerkers-bevlogenheid, omzet, rendement)

1.

2.

X