In de periode 2012-2016 hebben wij uitgebreid onderzoek gedaan naar de faal-factoren van bedrijven. In de periode 2016-2021 is vervolgens onderzocht wat de succesfactoren van bedrijven zijn. Tot slot hebben we de afgelopen twee jaar de belangrijkste symptomen van slecht functionerende organisaties in kaart gebracht. We hebben de meest voorkomende symptomen gerubriceerd. We nemen ze op in een boek dat ik momenteel aan het schrijven ben. Wil je niet wachten en kijken of ze van toepassing zijn op jouw eigen organisatie? Hieronder staan ze.

Categorie 1: Externe factoren en klantgerelateerde symptomen:

• Onduidelijkheid bij klanten over bijvoorbeeld de richting van het bedrijf en de gevoerde producten en diensten.
• Slechte klantervaringen en lage klanttevredenheid.
• Hoog klantverloop.
• Afnemend marktaandeel.
• Tegenvallende groei.

Categorie 2: Strategie en planning:

• Onduidelijke richting van het bedrijf.
• Ontbreken van lange termijnplanning.
• Slechte strategie en strategische planning.
• Gebrekkige concurrentievoordeel.

Categorie 3: Interne factoren en organisatorische symptomen:

• Slechte communicatie naar klanten en andere stakeholders.
• Onvoldoende focus en gebrek aan doelgerichtheid.
• Niet meetbare doelen en slechte/fluctuerende resultaten.
• Verminderde productiviteit en moeite met prioriteiten stellen.
• Achterop lopen bij het toepassen van technologische ontwikkelingen en innovatie.
• Onduidelijke en inefficiënte processen, gebrekkige besluitvorming en wisselende kwaliteit.
• Slecht geïmplementeerde veranderingen en gebrek aan bevlogen medewerkers.
• Gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel, verminderde motivatie en betrokkenheid van medewerkers.
• Slechte prestatiebeoordelingen en afhankelijkheid van bepaalde specialisten.
• Onduidelijkheid bij medewerkers over doelen, werkzaamheden en processen.
• Slechte samenwerking, slechte teamdynamiek en onvoldoende kennisdeling.
• Slechte communicatie, tegenvallende ontwikkeling van managers en medewerkers.
• Slecht delegeren van werkzaamheden, moeilijk om talenten aan te trekken en te behouden.
• Onnodig kennisverlies, hoog verloop en tegenvallend aanpassingsvermogen.

Categorie 4: Organisatiecultuur en betrokkenheid van medewerkers

• Gebrek aan bevlogen medewerkers.
• Verminderde motivatie en betrokkenheid van medewerkers.
• Gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel.
• Slechte prestatiebeoordelingen.

Categorie 5: Talentmanagement en kennisoverdracht:

• Onduidelijkheid bij medewerkers over bijvoorbeeld doelen, werkzaamheden en processen.
• Moeilijk om talenten aan te trekken en te behouden.
• Afhankelijkheid van bepaalde specialisten.
• Hoog verloop.
• Onnodig kennisverlies.

Categorie 6: Organisatorische aanpassingsvermogen en verandermanagement:

• Slecht delegeren van werkzaamheden.
• Tegenvallend aanpassingsvermogen.

En? Herken je er een aantal? Tijd voor actie?